12-11-2008

Knoflook

Knoflook telen »

Knoflook moet bij voorkeur in oktober, ten laatste begin november worden geplant. Wanneer toch later wordt geplant kan structuurbederf optreden, waardoor de opbrengst lager uitvalt. Vooral op wat zwaardere grond is dat het geval.
Daar komt nog bij dat de bodemtemperatuur niet lager mag zijn dan 7 à 10°C, omdat anders de planten niet goed weggroeien. Later planten - in het voorjaar - kan wel maar dan met andere rassen. Voor een goede ontwikkeling heeft knoflook een koudeperiode nodig van een tweetal maanden. Daarom geeft planten in het najaar de beste opbrengst. Vooral in een flauwe zomer is een voorjaarsplanting dikwijls een tegenvaller. ”
Lees over de teelt van knoflook op GroentenInfo

10-11-2008

Onkruid op de moestuin

- November/December
Verwijder tuinafval en spit lege bedden om.
Oude koemest wordt ondergespit, waar aardappelen het volgend jaar worden verbouwd.
Blijf schoffelen en wieden!
Aanharken met de hark of drietand. Wieden moet eigenlijk altijd: verwijder bij het spitten en schoffelen met de hand de onkruidwortels (winde, kweekgras, brandnetel).
Wieden is een nevenaktiviteit.
Eenjarig onkruid zoals muur, wordt met de mest ondergespit.

Voor de winter een "zwarte" tuin: een lust voor het oog, er is al aardig wat grond gespit, en winter zwart gemaakt.


http://nl.wikipedia.org/wiki/Onkruid
http://www.neerlandstuin.nl/ziekplagen/onkruid.html

Diepwortelend onkruid zoals kweek, wordt met de kruiwagen afgevoerd naar de vuilcontainer




02-11-2008

Knolvoet bij kolen

De eerste symptomen op de bovengrondse delen variëren met de weersomstandigheden. Tijdelijke verwelking van de bladeren op zonnige dagen is dikwijls het eerste kenmerk. Later verwelken de planten soms helemaal of zullen een duidelijke groeivertraging oplopen. De loodachtige kleur van de bladeren is ook typisch voor geïnfecteerde planten. De geïnfecteerde wortels zullen snel opzwellen en nemen allerlei eigenaardige vormen aan. Bij sommige planten zien we dat de wortels een getordeerde vorm krijgen. Bij andere wortelen worden ze bolvormig.



Knolvoet wordt veroorzaakt door een splijtzwam, die de wortels van alle kruisbloemigen aantast.Er verschijnen knolvormige verdikkingen.
1) Houdt een vruchtwisseling aan van minstens 1:5.
2) Kalk toevoegen.
3) De schimmel wordt actief boven 16 gr. C.
Een mogelijkheid is het gebruik van grote bodemloze potten gevuld met kalkrijke potgrond. De potten tot de rand in de grond graven.

http://www.plantaardig.com/groenteninfo/kolen_knolvoet.htm 

01-11-2008

Grondsoort

Haren bestaat uit een hoog deel, welke wordt gevormd door twee parallel lopende zandruggen: de Hondsrug (Helpman - Haren) en een hieraan lopende rug (Essen - Onnen).
De zandruggen bestaan uit fijn leemhoudend zand.
Aan weerszijden van deze ruggen liggen brede, met leem gevulde lagen. Afhankelijk van de mate waarin deze gronden ontwaterd kunnen worden, zijn zij geschikt als weide- of hooilanden.
De beheersing van het grondwaterpeil is een belangrijke voorwaarde voor een rendabele landbouw. Optimaal is de verhouding vaste deeltjes-water-zuurstof 1-1-1.
Wanner de grondwaterspiegel zeer hoog ligt, op minder dan 45 cm, betekent dit dat er te weinig zuurstof en teveel water in de bodem aanwezig zijn om goede plantengroei te garanderen.
De volkstuinen liggen in de Oosterpolder, een gebied met veenweiden: oorspronkelijk stroomgebied Hunze
De grondsoort is leemhoudend zand gemengd met veen. Op geringe diepte kan turf worden gevonden. Bij grote droogte ontstaan scheuren en kan de aarde moeilijk worden bevochtigd.
De veenlaag houdt een sterke ontwatering tegen, waardoor de resultaten achterblijven. De optimale grondwaterstand ligt tussen 50 en 80 cm onder het maaiveld, terwijl een venige bodem in de polder slechts een ontwatering tot 45 cm onder het maaiveld toestaat.

Aardappelen: raskeuze en teeltadvies

Eisen
* gebruik alleen NAK goedgekeurd pootgoed, resistent tegen wratziekte, relatief ongevoelig voor phytophthora,
* neem een vroeg tot middelvroeg ras,
* eind juli moet alle loof van de aardappelen verwijderd zijn,
* voer aardappelafval (knollen en blad) direct af naar de afvalcontainer,
* volg 1 op 4 teeltwisseling
(Leden van de tuincommissie kunnen informatie geven over de aardappelteelt van voorgaande jaren, de lijst wordt bijgehouden door dhr. Werkman).

1) grond niet bekalken (pH 5.5-6),
2) bemesten met compost of een beetje natuurmest of mengkunstmest (1-1.5 kg op 10 m2 ) gebruiken,
3) diep spitten (20 cm) en grond goed verkruimelen,
4) poot in rijen Oost-West, afstand tussen de rijen 60-70 cm, afstand in de rij 50 cm en pootdiepte 5 cm (niet dieper),
5) kiem de poters goed voor en plant ze niet te diep,
6) poot zo vroeg mogelijk, met vlies afdekken tegen de vorst,
7) 2 tot 3 weken na opkomst aanaarden (ruggen Oost-West),
8) half tot eind mei: een beetje patentkali tussen de rijen strooien, verder geen kunstmest geven,
9) onkruidvrij houden.Als alles goed gaat is het resultaat een gewas met sterke planten van ongeveer 40 cm hoog die geen liggende stengels hebben. Zonlicht en wind kunnen tussen de planten door waardoor ze warmer en droger staan en je minder ziekten hebt.

Rassenkeuze:
vroege tot middelvroege rassen zijn:
anais-donald-gloria-junior-ottena-parel-doré-fresco-frieslander-lekkerlander-meerlander-nicola-prior-timate

Ziektebestrijding:
Vele ziekten (schimmels, virussen, insekten en onkruiden) bedreigen het gewas en dus ook de opbrengst. Met name de schimmel phytophthora infestans is de laatste 20 jaar de grote bedreiging van de oogst geworden. Het voorkomen van phytophthora-infectie eist een actieve inzet van alle tuinders. Het is echter niet toegestaan zelf te spuiten tegen phytophthora, dit doet de tuincommissie voor u.Mocht u dit niet willen neem dan even contact op met de tuincommissie.Bron: Tuinvereniging Oosterhaar Haren (Gn).

*Een ruime rijafstand zodat het loof goed kan opdrogen.
*Pas om de vier jaar terugkeren op hetzelfde perceel met aardappelen.
*Opslagplanten en afvalhopen verwijderen.
*Gekeurd pootgoed gebruiken (dit is op diverse ziekten en aantastingen gekeurd en onderzocht).
*Vroeg gewas (voorkiemen of vroeg rijpend ras nemen).
*Evenwichtige bemesting en juiste plantenafstand.
*Op percelen die aangetast zijn wordt het aangetast loof verwijdert, de knollen kunnen dan nog afrijpen.

Het loof gaat mee met het huisvuil.
*Tolerante rassen kiezen. Let wel, resistentie bestaat niet!


Bron http://www.plantaardig.com/groenteninfo/berichten/aardappelplaag-waarschuwing-en-bestrijding/







  • Aalbes stekken

    Zelf vermeerderen van aalbes-soorten gaat door een stek van 40 cm voor 2/3 in de grond te steken (oktober - december).
    Daarvoor worden jonge takken gebruikt. De stekken worden ter lengte van ongeveer 40 cm gesneden. Bij het snijden van stekken moet er opgelet worden, dat er scheuten genomen worden van stevige twijgen. Van meer belang is het nog dat er stekken worden genomen van struiken waarvan u weet dat ze een goede opbrengst geven. Die opbrengsten zijn namelijk van alle struiken lang niet even groot. Daarom is het beter minder zware scheuten te nemen van rijk dragende struiken, dan zware stekken van struiken die weinig geven. Meestal zult u zien, dat de zwaarste scheuten juist aan die struiken zitten, waaraan over het algemeen de slechtste vruchten voorkomen. Het is dus eigenlijk gewenst de struiken in de zomer al te merken. Na het snijden van de stekken worden deze bij elkaar aan een bosje in de grond gezet, zo diep, dat alleen één derde van de stekken boven de grond uitkomt. In het voorjaar worden de stekken uitgeplant, ook weer even diep, doch op een onderlinge afstand van vijftien centimeter. Het volgend jaar moeten ze, als het struikjes zijn, op de voor hen bestemde plaatsen worden uitgeplant op een onderlinge afstand van één meter.