21-03-2019

Maart-April Grondbewerking.

Bewerk de grond niet als deze nog te nat is. Controleer in ieder geval goed de vochtigheid van de grond vooraleer je aan de slag gaat. Neem wat grond in de hand en knijp het samen, lekt er water uit, wacht dan nog wat met de grondbewerking. Wie te natte grond bewerkt veroorzaakt structuurbederf waardoor de plantengroei achteraf sterk gehinderd wordt. Ook einde maart en in april kan je  nog starten met de hierna opgesomde teelten! Wat je, bij aanvang van een mooi-weer periode, wel kan doen is de grond oppervlakkig open breken. Dit bevordert het opdrogen van de grond. Indien er groenbemester moet ondergewerkt worden of als je veel stalmest wil inwerken is spitten nodig. Is de grond bedekte geweest met compost, dan is er een grote kans dat de grond makkelijk kan bewerkt worden  met de spitvork in plaats van met de spade.
Afdekken
afdekkingJe kan de natuur een handje toesteken door al vroeg in het voorjaar stukjes grond af te dekken met zwarte plastic, zo blijft de grond droog en warmt hij ook wat sneller op. En ben je minder afhankelijk van het weer om te kunnen starten in de moestuin. Bij langere droge periodes gaat de plastic er beter af om het drogen te bespoedigen.
Na het zaaien kan je de kieming makkelijker maken door af te dekken met doorzichtige gaatjesplastiek of vliesdoek. De warmte zal de zaden sneller doen kiemen. Hevige regen zal de grond niet toeslaan. Schrale voorjaarswinden zullen het zaaibed niet doen uitdrogen.
Plantenopkweek
zaaienIs het buiten niet goed, binnenshuis of in de kas kunnen we wel volop uitzaaien en plantjes opkweken: broccoli, bloemkool, spitskool, slaplantjes. Onder  bescherming kan er nu ook nog prei gezaaid worden. Ook Selder en peterselie kan, maar dan wel best in een warme ruimte om de kieming te bespoedigen. Warmte is bij selder ook belangrijk om vroegtijdige bloei (opschieters) te vermijden.
Bij het zaaien binnenshuis of in de kas zijn temperatuur en licht de sleutelwoorden. Tot aan de kieming kan je het zaaibakje best zo warm mogelijk zetten. Vanaf het moment dat de zaadjes aan het kiemen gaan, als er barstjes komen in de afdekgrond, is licht veel belangrijker. Dan moet je het zaaibakje bij een aan de groentesoort aangepaste temperatuur en veel licht plaatsen. Bij te weinig licht fileren de planten en worden ze dun en zwak. Broccoli, bloemkool, sluitkool, spitskool, slasoorten, erwten, allemaal hebben ze baat bij meer licht en gematigde temperaturen.
Organische bemesting
stalmestBij het spitten wordt er stalmest, compost of eventueel gedroogde koemest ingewerkt. Dit is de basisbemesting. De hoeveelheid hangt af van de vruchtwisselingsgroep. Koolgewassen en vruchtgroenten en aardappelen hebben een grote behoefte aan stalmest of compost. Bladgroenten, met uitzondering van prei, hebben iets minder nodig. Veel Wortelgroenten en peulgewassen behoeven op goed onderhouden grond geen organische voorraadbemesting. Afhankelijk van de teelt die op het perceel komt wordt deze organische voorraad bemesting dan aangevuld. Dit kan met minerale, samengestelde meststof of gedroogde, organische mest met verrijkte samenstelling zijn.  Zie ook het artikel “kiezen tussen minerale en organische handelsmest

Geen opmerkingen: