1 Kies voor rassen met kort
loof.
Alhoewel niet meer zo algemeen verkrijgbaar, bestaat er ook langbladige Knolselderij
(var. Prager
Reuzen) . Kies voor de kortlooftypes, deze stoppen minder energie
in het blad. Monarch, Prinz,Diamant en Briljant zijn
goede rassen.
2 Zaai tijdig.
Knolselderij moet u tijdig en in warme omstandigheden zaaien. Het zaaien in een
zaaikistje gebeurt best in maart onder glas. Zaai ideaal tussen 5 en 15 maart.
Zorg voor een warme grond om in te zaaien, 15°C is ideaal. Nog vroeger zaaien
verhoogt de kans op schieters door de lagere temperaturen.
3 Kiem het zaad voor
Selderijzaad
kan wel 4-5 weken op zich laten wachten. Om deze periode in te korten is
voorkiemen nuttig. Meng de zaadjes met vochtig zand en zet dit mengsel bij een
temperatuur van 20°C-25°C. Na vijf dagen zie je witte kiempjes op de zaadjes,
dit is het uiteinde van het worteltje. Is het kiempje 2 mm lang, dan kan je
zaaien en heb je zo’n 10 dagen gewonnen. Voorgekiemde zaadjes verdragen geen
droogte meer.
4 Verspeen de plantjes
Wie
verspeent kan verwachten dat na het uitplanten de inworteling gemakkelijker zal
verlopen. Zo win je groeitijd. Losse planten blijven de eerste week meestal
“stil staan”.
Verspeen de plantjes in (pers)potjes als de hartbladen zien zijn. Hou de
plantjes nu ook nog in de kas. Niet te diep verspenen! De overgang tussen
wortel en het hart van plant is vrij nauw. Het groeipunt moet boven de grond
blijven.
5 Plant tijdig als het
kan.
Plant
de Knolselderij in de tweede helft van mei. Het plantje moet wel een vier
tot vijf blaadjes tonen en de potkluit moet doorworteld zijn. Je
kan ook nog tot half juni planten, maar dan verlies je potentiële
groeitijd. Vroeger dan half mei geeft meer kans op schieters.
6 Kies een vochthoudende grond
Kies een grond die in de zomer voldoende vocht vast houdt, maar geen waterzieke
grond uit. Dat wil zeggen vanaf een zandleemgrond tot leemgrond en zelfs lichte
klei. Is het lichtere (zand)grond, dan is het wel één met veel humus. Op
lichtere grond is voor Knolselderij het gebruik van bentoniet zeker aan
te raden. Bentoniet is een kleimineraal en verhoogt de waterbuffer van de
grond.
Bezitters van lichte gronden zijn hoe dan ook bij de teelt van Knolselderij
toch steeds in het nadeel. Niet alleen het gewicht, maar ook de kwaliteit zal
minder goed zijn. Met kwaliteit wordt dan vooral de bewaarbaarheid bedoeld,
maar ook de grotere kans op holheid en bruin vruchtvlees.
7 Vruchtwisseling
Zorg ervoor dat er de vier jaren voordien geen schermbloemigen op het
perceeltje stonden. (peterselie, wortelen, pastinaak,…..)
8 Vermijd storende lagen
Doe
een diepe grondbewerking en breek storende lagen. Dit is nodig omdat Knolselderij
diep wortelt (tot zelfs 100 cm diep in sommige omstandigheden). Grond met een
harde laag op geringe diepte is in het nadeel.
9 Voorzie een goed aangesloten
grond bij het planten
Leg de grond bij het planten niet te los. Doe de grondbewerking ruime tijd
vooraf en hark juist voor het planten enkel de bovenste vijf centimeter van de
grond los. Zo hebt u meer capillariteit van het diepere grondwater naar de
bovenste grondlagen.
10 Ruim planten
Kies een ruime plantafstand. Te dicht planten veroorzaakt sneller
bladvlekkenziekte en houdt de knol kleiner. Plant zeker niet dichter dan
50 x 40 cm, 5 planten per m²
11 Kies de juiste
plantdiepte.
Zorg
voor de juiste plantdiepte, te diep planten veroorzaakt moeilijke weggroei.De
overgang tussen wortel en blad is kort. Het hart van de plant mag niet onder de
grond. De wortels mogen niet boven de grond uitkomen. In beide gevallen
bemoeilijkt dit de weggroei en verkort dus de potentiële groeitijd.
12 Geef een bekalking
Zorg
voor een bekalking van het Knolselderijperceeltje. De gewenste pH voor Knolselderij
is hoog (6,5 tot 7). Strooi 100 gram kalk per m² in de late herfst of ten
laatste in februari.
13 Gebruik organische bemesting
Geef voldoende organische mest of compost. Alhoewel Knolselderij een
wortelgroente is, geven we toch de organische bemesting zoals bij bladgroenten.
Gebruik bijvoorbeeld 10 liter compost per m² of de helft daarvan
stalmest. In de Groente & Fruit Encyclopedie staat Knolselderij dan
ook gerangschikt bij de bladgroenten en niet bij de wortelgroenten.
14 Doe aan fractionering van de
bemesting
Splits
de bemesting op, doe in augustus en in september nog een bijbemesting met een
samengestelde meststof, zeker als het een natte zomer is, want anders speelt u
een flink deel van de doorgespoelde meststoffen kwijt. Geef de helft van de
voorziene bemesting voor de teelt, geef één vierde acht weken na het planten en
één vierde 3 maanden na het planten.
Gebruik een samengestelde meststof met de juiste verhoudingen.
Deze verhouding is voor Knolselderij N-P-K 2-2-3, extra kalium is dus
belangrijk.
Een meststof (12-12-17) aan 150 gram per m² (of 8-8-12 aan 200 gram per
m²) voldoet ongeveer. Bij de grondbewerking gebruik je daarvan 75 gram
per m² (of 100 gram per m²). Daarna nog twee maal 35 gram (of 50 gram per m²)
bijstrooien.
15 Vermijd boorgebrek.
Knolselderij
is tijdens een droge en warme zomer gevoelig voor boorgebrek. Het is dan ook
aan te raden tijdens de maand augustus en september een paar keer te spuiten
met een boorhoudende meststof. Doe dit een drietal keer met twee gram borax per
liter water, op te lossen in warm water. Gebruik 1 liter water per m².
16 Voldoende water geven.
Vermijd
groeistilstand. Geef zeker al vanaf eind juli en ook in september en oktober
tijdens droogteperiodes water. Laat de grond niet uitdrogen. Doe dit ‘s morgens
zodat de selderijplaag geen kans geeft. Bij extreme weersomstandigheden en op
lichte gronden zorg je ook in juli al voor voldoende vocht. Enkel de eerste
weken na het planten geven we zo weinig mogelijk water zodat de plant zijn weg
kan zoeken en voldoende diep kan wortelen
17 Laat de Knolselderij lang
groeien.
Knolselderij groeit exponentieel. Dat wil zeggen hoe groter de plant hoe
sneller de groei verloopt.
Dat wil zeggen dat de knolgroei per dag in oktober vele malen groter is dan in
augustus. Dus, oogst niet voor 1 november. Hou vanaf dan het weerbericht in de
gaten. Voorspelt men meerdere dagen nachtvorst, dan wordt het toch tijd om te
oogsten. Van één of twee dagjes –1 of –2 zal de Knolselderij geen last
hebben. Uit metingen blijkt dat er in oktober per week zo’n 0,3 kg per m²
bijkomt! Stel de oogst uit tot half november. Tenzij nachtvorst van meer dan
-2°C gedurende meer dan één nacht voorspeld wordt. Of dek de Knolselderij
tijdelijk af met folie om een korte vorstperiode van een paar dagen te
overbruggen.