22-11-2013

Groningen temperatuur-neerslag oktober 2013


WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

30-10-2013

Groningen temperatuur-neerslag september 2013


WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

11-09-2013

Groningen temperatuur-neerslag augustus 2013


WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens


Groningen temperatuur-neerslag juli 2013


WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

Spekbonen


Spekboon

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De spekboon (Phaseolus vulgaris) is de wat vleziger variant van de sperzieboon. Spekbonen worden vaak ten onrechte aangeduid als snijbonen. De spekboon heeft echter niet de brede, platte peul die karakteristiek is voor de snijboon. Qua uiterlijk houden spekbonen het midden tussen snijbonen en sperziebonen: de lengte van een snijboon en rond en dik als een sperzieboon. De kleur kan variëren van groen of geel tot paars. De smaak is zoetig. Spekbonen worden vooral aangeboden in augustus en september. Ze zijn ook geschikt om als droogboon te gebruiken. In de teelt worden spekbonen ook wel stokslabonen genoemd omdat ze groeien langs een bonenstakenconstructie gemaakt van stokken.
De Neckarkönigin is een bekende variëteit. Andere bekende rassen zijn Necores (vrij lang, iets gebogen, middengroen en rond-ovaal tot ovaal in doorsnee), Neckargold (lang, rond, goudgeel, zonder draad) en Blauwschedige Spek (circa 19 cm lang, zwak gebogen, paarse peulen).
Traditioneel worden spekbonen veel gegeten in het noorden van Nederland en Duitsland, al dan niet in gerechten waarin ook spek is verwerkt.

Variëteiten Borlotto

'Borlotto Lingua di Fuoco', oftewel 'Vuurtong'
De borlotto is in Nederland bekend als kievitsboon. De peulen hebben een roodgemarmerde tekening en ook de witte boontjes hebben een rode tekening. De bonen kunnen als gehele peul of gedopt worden gegeten. In Noord-Nederland en Noord-Duitsland is deze spekboonvariëteit ook bekend als 'Hendriks Reuzen' of 'Hinrichs Riesen', belangrijk bestanddeel van het Oost-Friese streekgerecht "Updrögt Bohnen". Gezien de peullengte van circa 11–13 cm lijkt deze benaming onjuist en een verwisseling met een andere soort.


06-07-2013

Phytophthora – aardappelen

Nieuwsbrief 2013-3
Afdeling Volkstuinen Buurtvereniging ‘Ons Belang’ Haren

Phytophthora – aardappelen

Bij een aantal tuinen lijkt het er op dat de ziekte aanwezig is.
Bij sommige planten de karakteristieke bruine vlekken op het blad die niet scherp begrensd zijn. Op de achterkant aan de buitenkant van de vlek een wit dons, een duidelijk teken van de schimmel die bloeit en bezig is zijn sporen te verspreiden.

Een vriendelijk, maar ook een dringend verzoek de aardappelen vaak, liefst dagelijks te inspecteren en indien de ziekte aanwezig is, maatregelen te nemen. Bij lichte aantasting kan het zieke blad verwijderd en vernietigd worden, bij zware aantasting zal alle blad verwijderd en afgevoerd moeten worden.  Met uitzondering van het aardappelenras TEXLA die door mag groeien tot in de herfst. Maar daar moet wel een bordje bij!


Phytophthora-infectie algemeen.
Het voorkomen van phytophthora-infectie eist een actieve inzet van alle tuinders. In verband met de beperkingen die aan de toepassing van moderne middelen tegen phytophthora zijn opgelegd kan de tuincommissie niet meer spuiten. 

Ons rest op dit moment alleen een maximale tuinhygiëne. Dit houdt in dat alle besmettingsbronnen zo goed mogelijk van de tuin verwijderd dienen te worden. Dit betekent dat aangetaste aardappel- en tomatenplanten onmiddellijk moeten worden verwijderd.

De tuincommissie zal scherp toezien op het optreden van phytophthora infestans en zal de huurder aanspreken op het nemen van maatregelen. Eventueel zal, als de betrokkene niet snel genoeg actie onderneemt, de commissie het loof (laten) verwijderen en afvoeren.

Het oogsten of rooien van aardappelen kan pas ten laatste een tweetal weken na het verwijderen van het loof. Zo harden de aardappelen af d.m.v. een kurklaagje (schil) dat aangemaakt wordt ter bewaring.

Namens het bestuur,
Jaap Woudsma secretaris

Groningen temperatuur-neerslag juni 2013



WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

Groningen temperatuur-neerslag mei 2013


WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

02-05-2013

Groningen temperatuur-neerslag april 2013



WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

Groningen temperatuur-neerslag maart 2013


WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

23-04-2013

OP TOENE in MEI



OP TOENE in MEI

Daar was-t-ie dan, ten langen leste: de lentezon!
Tjonge, wat is er op de tuinen actief gewerkt de afgelopen maand.
Alle samengebalde energie die door het slechte weer begin dit jaar noodgedwongen onderdrukt moest worden, kan eindelijk vrijuit gebruikt worden voor het afmaken van spitwerk, voor het maken van mooie rechte paden tussen de nieuwe plantbedden en voor het poten van de eerste plantjes. Er zijn ook al kweekkasjes geplaatst. Je kunt duidelijk zien wie het vaker heeft gedaan. Die tuinders hebben een plan gemaakt. Zij hadden hun aanstaande tuin al voor ogen toen ze vorig jaar de oogst binnenhaalden. En bij het opruimen aan het einde van het seizoen. Ze hebben onthouden wat er verkeerd was gegaan, of niet helemaal goed; of anders dan ze zich hadden voorgesteld. Zo gaat dat met tuinen, ook bij rasechte hobbyboeren.

Ervaren tuinders verdelen elk jaar hun tuin in vier of vijf delen, waar ze koolsoorten, wortelgewassen (w.o. aardappels), bonen en overige gewassen laten rouleren. Er kan ook een lapje grond zijn voor permanente gewassen, zoals rabarber, aardbeien en bessenstruikjes. Daar kunnen ook asperges en artisjokken een plaatsje krijgen. Ervaren tuinders weten dat groente die het ene jaar op een stukje grond heeft gestaan daar het volgende jaar minder voedsel aantreft en dat volgende jaar dus beter op een ander gedeelte van de tuin kan worden verbouwd. Op het oude stuk is nog wel genoeg voedsel achtergebleven om een andere groentesoort goed te laten gedijen. En het stukje land waar die tweede groente vandaan komt, is weer heel geschikt voor een derde. Op deze manier krijgt de bodem de kans zich te herstellen, raken de voedingsstoffen niet zo snel uitgeput. En krijgen (op veel grotere akkers dan de onze) ziekten en ongedierte dat zich met één gewas voedt, weinig kans om zich verder te verspreiden.

Voor niet-tuinders: Dit heet nou wisselbouw. Het is net als bij een troon wisseling (het koningschap blijft, maar de functie wordt door een andere persoon bekleed). Op de tuin blijft het perceel op dezelfde plaats en komt er een ander gewas op te staan.

Bron Lydia Becker, gedeeltelijk overgenomen.

08-03-2013

Groningen temperatuur-neerslag februari 2013



WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

20-02-2013

Groningen temperatuur-neerslag januari 2013


WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

Groningen temperatuur-neerslag december 2012


WX Data versie 1.40 Groningen-Eelde KNMI gegevens

Moestuin op veengrond



Grondsoort
De tuinen zijn gelegen nabij het project "Uitloopgebied" (handhaving bestaand natuurgebied "wetlands" en oude graslanden) en de Zorgboerderij Mikkelhorst en vormt hiermede een sluitend geheel in de Oosterpolder (Haren-Gn)

De grondsoort kan leemhoudend zand zijn van de zandrug Hondsrug en de Essen-Onnen rug of gemengd met een grondsoort afkomstig van de aan weerszijden gelegen laagten met leem gevuld en veengrond: drassige grond en grasland met onkruid, dat goed gedijt op vochtige grond. De veenlaag houdt een sterke ontwatering tegen, zodat in het verleden een goede ontwatering een probleem kon zijn. 
Vroeger vormde het Reitdiep een open verbinding met de zee, het slib wat na overstromingen in het winterseizoen achterbleef, vormde een welkome bemesting!

Momenteel wordt door het Waterschap de ontwatering bepaald door een elektrisch gemaal.

Ongeveer 3/4 deel van de tuin bestaat uit zandgrond. De rest is gemengd zand - veen. Dit vormt een strook aan de noordkant van het volkstuincomplex, grenzend aan de brede sloot. Hier komt op geringe diepte turf voor.

Eigenschappen veengrond
Veengrond is bijna zwart en sponsachtig en bestaat uit bijna verteerd, plantaardig materiaal. Veengrond is meest al (erg) zuur en blijft na een regenperiode erg nat.
Verbeteren:
Drainage is noodzakelijk.
Kalk verlaagt de zuurgraad.
In het voorjaar mesten zal de grond verbeteren.

De meeste groenten houden van een neutrale tot basische grond (pH 7 - 7.5)
Groenten die van een kalkrijke en dus basische grond houden zijn bijvoorbeeld kolen, wortelen en tuinbonen. Groenten die van een zure grond, veengrond houden zijn bijvoorbeeld aardappelen en rabarber (pH 5-6)

Zomer- en winterpeil sloten
In de winter stijgt de grondwaterstand omdat de hoeveelheid neerslag dan groter is als de gewasverdamping. Sloten worden in dit seizoen ingesteld op een lage waterstand (winterpeil), zodat het grondwater naar de sloot kan stromen. Zo wordt een te hoge grondwaterstand voorkomen en is er geen wateroverlast. In de zomer is de gewasverdamping meestal groter dan de neerslag. Het water vanuit de sloten moet dan juist naar het grondwater stromen. Dat kan door sloten in te stellen op een hoge waterstand (zomerpeil). Zo verdrogen er geen planten.
Bron: Waterschap Hunze en Aa’s.


Bij overmatige regenval wordt het waterpeil in de omringende sloten te hoog en is van afwatering geen sprake.

Het is dan geduldig afwachten tot het peil weer is gezakt. Veel tuinen hebben dit euvel. Er blijven plassen staan en de grond is verzadigd met water. In dat geval moet gezorgd worden voor afwatering van de tuin en dat kan gebeuren door langs de tuin greppels te graven uitkomende in de sloot.
Het is ook goed om op natte gronden op bedden te telen, waartussen de paden wat dieper liggen. Een dergelijk bed moet iets bol liggen. Dit is te bereiken door de paden aan weerszijden van de tuin uit te graven aflopend naar de sloot en de hierbij vrijkomende grond midden op het bed te gooien.

Afdekken
Je kan de natuur een handje toesteken door grond af te dekken met zwarte plastic, zo blijft de grond droog en warmt hij ook wat sneller op. En ben je minder afhankelijk van het weer om te kunnen starten in de moestuin. Na het zaaien kan je de kieming makkelijker maken door af te dekken met vliesdoek. De warmte zal de zaden sneller doen kiemen.

Tuinieren op veengrond is soms gecompliceerder dan wordt verwacht en dat - met name in tijden van wateroverlast en explosieve groei van onkruid - het “de baas blijven” enige inspanning vraagt .

07-02-2013

OP TOENE in FEBRUARI

Pastinaak
Voor wie nog niet eerder gehoord had van deze groente: een volwassen pastinaak lijkt net een grote witte winterpeen, die teveel oliebollen heeft gegeten. De plant heeft veel ruimte nodig vanwege zijn weelderige groei, met mooie grote bladeren. 
Pastinaak houdt van een beetje losse droge grond die niet bemest mag zijn, waarin de lange penwortel diep kan doordringen, tot wel 40 cm toe. Dat is belangrijk om te weten als je het zelf eens op je tuintje wilt proberen. Je moet de grond dus diep bewerken. 
Het wordt in het algemeen niet aangeraden om pastinaak op zware klei te verbouwen, hoewel tuinders op het internet hebben laten weten dat het bij hun best goed was gegaan. Het is bij kleigrond alleen wat lastiger om de wortels er uit te trekken. Verder maakt de plant zijwortels als de wortel in een voedselrijke grondlaag belandt, wat het oogsten nog weer moeilijker maakt. 
Pastinaak is tweejarig. In het eerste jaar groeien de wortels, die dan voor consumptie worden gebruikt; het volgende jaar zullen de overgebleven knolletjes al hun energie besteden aan mooie gele geurende bloemen. Die kun je eventueel in een grote pot op het terras te pronk zetten. 
Je kunt de zaden van pastinaak maar een jaar gebruiken. En je moet tijdens het ontkiemen de grond echt goed vochtig houden. Als de zaden uitdrogen, moet je opnieuw beginnen. Daarom lijkt het mij praktisch om dat ontkiemproces binnen handbereik te laten plaatsvinden: tegen half april thuis op de vensterbank, in perspotjes met 7 of 8 zaadjes. Als ze opkomen, kun je ze uitdunnen tot 1 plantje per potje. Ongeveer half mei uitplanten op de plaats van bestemming. Omdat het grote planten worden, moet je voldoende afstand houden: minstens 30x30. 
Je kunt de zaden ook meteen in de volle grond zaaien en ze dan later uitdunnen. Vergeet dan daarbij niet dat ik hiervoor niet voor niets schreef dat het grote planten worden: afstand is echt belangrijk. En als je zuinig zaait, hoef je later minder uit te dunnen. 
Dan nu het zeer goede nieuws. Als de zaden eenmaal zijn ontkiemd, is de pastinaak een heel gemakkelijke groente, die weinig last schijnt te hebben van ziekten en plagen. Je hebt er al gauw succes mee. 
De planten zijn winterhard. Je kunt de wortels dus gewoon in de grond laten zitten tot je ze wilt gebruiken, net als boerenkool. Dit is allemaal wijsheid van het internet, hoor. U moet maar bedenken: ik moest ergens beginnen. Voor wie nu nieuwsgierig is geworden en overweegt om het eens te gaan proberen:

kijk eens op de volgende websites – ook internet natuurlijk. Daar staat nog veel meer op waar je misschien inspiratie van krijgt. 


· www.plantaardig.com/groente info/

· www.jacobmoestuin.blogspot.nl

Wist je trouwens dat in de supermarkt soms ook ‘vergeten groenten’ te koop zijn? Het kan een goed idee zijn om eerst daarmee uit te proberen of het in de smaak valt, voordat je een hele akker vol pastinaken zaait.

Wie (nog?) geen groentetuin heeft, kan ook in de supermarkt terecht.





Lydia Becker,
uw Tuinkabouter

De teelt van raapsteeltjes

Wie straks als eerste verse groenten uit zijn tuin wil halen moet misschien eens denken aan raapstelen. Moeilijk is het helemaal niet. En het resultaat van uw inspanningen wordt vrij snel beloond.
Raapstelen zijn eigenlijk  een gezellig ouderwetse groente (dat klinkt toch veel beter dan vergeten groente, is het niet?). Buiten is het nog net iets te vroeg, maar onder beschutting kan je na het lezen van het artikel meteen beginnen!
Lees nu alles over de teelt van raapstelen

Klik op De teelt van raapsteeltjes: gewone groene of gele malse? om het volledige artikel op de website van GroentenInfo te lezen.