10-04-2009

Op Toene

Maandelijks verschijnt in maandblad Buurtvereniging “Ons Belang” (aangesloten de volkstuinvereniging) een stukje afkomstig van Lydia Becker(samen met haar man tuinder) over het wel en wee van de tuinders, teneinde op deze wijze mensen enthousiast te maken voor de moestuin, met als titel "Op Toene".
Ik heb haar toestemming het stukje op mijn weblog te plaatsen.

Op Toene in April
Vorig jaar rond deze tijd ontving ik een interessant krantenknipseltje uit de NRC van boerendochter Jacqueline v.d. Berg die vroeger een moestuintje had en nog steeds belangstelling heeft voor het tuingebeuren bij Ons Belang: " Aardappel die eerst hangt, groeit sneller", stond erboven (Ulrum, 4 april 2008 ) en het ging over een methode waarbij aardappelen in grote vierkante platte netten achter elkaar hangen om de groeitijd met ongeveer een week te bekorten. Aardappeltelers doen dit omdat ze de vroege oogst willen poten. Het proces zorgt ervoor dat de aardappels korte, stevige kiemen krijgen die niet in de grond afbreken. Gewoonlijk gaan hun aardappels begin maart de grond in. Maar dat kon in 2008 niet, doordat het de maanden ervoor te koud was. Volgens ]an Blitterswijk van aardappelteler De Rijnveld‑pieper heeft het latere planten geen gevolgen voor de oogst. "De maand april levert veel meer energie op clan de maand maart", legt hij uit. "Tien dagen in maart staan gelijk aan twee dagen in april. Dit verhaal komt goed overeen met wat de voorzitter dat jaar aangaf: Pootaardappelen na aanschaf thuis op een koele plaats (12‑15 graden) wegleggen tot ze kiemen. Daarna verder laten kiemen en afharden op een lichte plek. Dit om krachtige, niet al te kwetsbare kiemen/uitlopers te laten vormen. En clan begin april zo droog mogelijk in de grond. Vliesdoek erover beschermt tegen de voorjaarskou. Zet het doek wel goed vast met stenen of tegels, anders krijgt de wind er vat op en dan ben je het doek kwijt.
Met een beetje goed weer (geen nachtvorst) komen de aardappelplanten op die manier vroeger op dan normaal, hebben minder last van nachtvorst en kunnen ze al begin juli worden geoogst. Vroege aardappelrassen geven minder kans op Phytophtora en andere aardappeiziekten, waarover ik vorig jaar in het aprilnummer uitvoerig heb geschreven. Wie er als nieuw lid belang bij heeft om die tekst alsnog te ontvangen, kan zich telefonisch melden: 5349303. Als u een e-mailadres opgeeft, kan ik hem zelfs digitaal thuisbezorgen.
Maar eerst moet de grond worden voorbereid om zaden of pootgoed in ontvangst te nemen.
Het afgelopen jaar stond ik ook een poosje met een ervaren tuinder te praten terwijl hij rustig doorging met het omspitten van zijn landje. Ik keek intussen een beetje de kunst af want je kan er veel van leren als je iemand bezig ziet. Op die manier kom ik op de volgende Spitcursus voor degenen die het nog nooit eerder hebben gedaan: Eerst een mooie rechte lijn maken door de spade naast elkaar recht en diep de grond in te steken. Vervolgens nog een lijn op de afstand van de breedte van je spade. En dan de toekomstige geul, de zogenoemde spitvoor, even van zijn pruikje ontdoen: schep maar gewoon het bovenste dunne plakje grond eraf. Dat is vaak onkruid en gras en dat moet op zijn kop eerst die geul in, met wortels en al. De eerste rij heb je natuurlijk nog geen geultje waar het in kan en dan bewaar je het even tot je de eerste hebt gegraven. Daarna haal je met de spade steeds een plakje van de strook af en gooit dat bovenop het onkruid. Daarom moet die spitvoor niet breder zijn dan je spa, snap je? Zo werk je strookje voor strookje netjes het land af. Echt er komt een eind aan, al denk je tot halverwege van niet.
Heb je al mest beschikbaar? Dan scheelt het een heleboel krachtwerk als je een kruiwagen met mest in het pad zet, naast de plek waar je aan het spitten bent. ]e kunt het dan meteen in je geul verdelen en in de grond weg werken. Wat je vooral niet moet doen, is een wedstrijdje aan gaan wie het eerste zijn landje 'om heeft.' En daarvoor te grote hompen op je schop nemen. Je krijgt er een heleboel onnodige pijn van in je spieren omdat je boven je macht gaat werken en uiteindelijk ben je niet sneller klaar. Elke dag een beperkte hoeveelheid die je aankunt en tussendoor even op adem komen en een praatje maken met andere ijverige zwoegers is een beter idee. Daarom zie je ervaren tuinders na hun kwantum soms tevreden op een oude plastic tuinstoel zitten, die alleen maar op het landje staat omdat het thuis geen kijk meer was, maar waar je op toene nog best op kunt uitrusten, vooral na het spitten. En dan kun je gaan poten: Vroege Aardappels. Peulen en Tuinbonen ("olwieven tonen" zoals de heer Bossinga ze vorig jaar tegen mij noemde), allebei 'boerengroenten' die tegen vorst kunnen, zodat je ze als eerste groenten al in maart of april kunt zetten. En gaandeweg het seizoen de andere gewassen.
Zorg bovenal dat je er plezier in houdt en geen slaaf van je tuin wordt, "maar wees op je vierkante meter een vorst!‑ (Dirk Witte)

Lydia Becker

Geen opmerkingen: