30-07-2009

Werkzaamheden in juli

Juli ’09 In de moestuin
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972

Week1
Hoewel we steeds verder in de zomer komen, kunnen toch verschillende reeds eerder gezaaide en geplante groenten voor de tweede keer gezaaid en uitgeplant worden. Stukjes land zijn weer vrij gekomen. waarop bijvoorbeeld nog postelein gezaaid kan worden. Stamslaboontjes kunnen ook nog gelegd worden, maar dan dient men niet te lang meer te wachten. Voor het zaaier snijbonen is het te laat geworden, terwijl droge bonen ook geen succes opleveren. Met de oogst van de bloemkool is men druk bezig. Denk er or hartbladeren steeds om te knikken, anders worden de kolen direct gei groeien ze uit elkaar.
Grote bonen of tuinbonen worden volop geoogst. Laat ze niet te oud worden want dan zijn ze niet lekker meer. Indien er bonen over zijn, kunnen die geweckt worden. Tuinbonen kunnen ook gedroogd worden. Ze worden zoals andere z.g. droge bonen: bruine bonen, citroenboontjes enz. te drogen gehangen. Later kunnen ze dan gedorst en in de winter gegeten worden. het koken worden deze bonen eerst vierentwintig uur in water gezet te weken.

Sla zaaien en planten. Met het zaaien en uitplanten van sla kan nog s worden doorgegaan. Hoewel het zaaien gemakkelijk is er kan steeds om de drie weken een klein hoekje van de tuin voor worden benut kunnen de planten ook wel bij een kweker gekocht worden. Het grootste gedeelte van de zomer zijn ze wel te koop. Sla geeft altijd de beste resultaten, als ze er humusrijke grond wordt gekweekt. Sla verlangt dus een behoorlijke bemesting. Indien er geen groei in de planten zit, worden ze al gauw door de luis aangetast en ze zijn dan voor de consumptie minder geschikt.

Bonen aanaarden. De bonen zullen nu wel zo ver in ontwikkeling zijl ze evenals de erwten en peulen, aangeaard kunnen worden. Er komt da beide zijden een aarden walletje om de planten heen. Vooral stokbonen hebben het aanaarden wel nodig. ze groeien dan beter naar de stokken toe.

Week2
Sjalotten oogsten. De in maart uitgepote sjalotten zijn nu zo ver, dat ze g oogst kunnen worden. Mocht het gewas nog te groen zijn, en de hals nog stevig aanvoelen, dan is het nog te vroeg voor het optrekken. Indien u toch uit de grond haalt, zijn ze niet lang te bewaren. Knakken van g stengels zal het afsterven bevorderen. Na het optrekken moeten de sjalotten gedroogd worden, voordat ze naar binnen gaan. Laat u ze maar op het land liggen, indien dat tenminste niet te vochtig is. Mocht het land vocht zijn, haal de sjalotten dan bij elkaar, leg ze in de zon op een rietmat, waar prachtig kunnen drogen. Indien ze in de volle zon te drogen liggen, worden goed hard en kunnen ze ook lang bewaard worden. Zijn ze goed droog, dan kunnen ze naar de zolder verhuizen. U moet niet te veel schoonmaken, alleen de losse velletjes verwijderen.

Late worteltjes zaaien. Late zomerworteltjes kunnen nu nog uitgezaaid worden. Er kan dan tegen de herfst van geoogst worden. Het best kan Amsterdamse bak gezaaid worden.

Bonen aanbinden. De ranken van de stokbonen moeten bij het klimmen weleens geholpen worden. Laat ze niet in de wind slingeren, doch help ze even met een bandje tegen de stokken aan. Denkt u er om, dat bonen link windend zijn. dus tegen de zon indraaien. Tracht ze niet de andere kant om te leiden want dan werken ze zich toch weer los.

Aardbeien schoonmaken. De pluk van de aardbeien is nu afgelopen. Indien geen jonge planten nodig zijn, kan er een grondige opruiming tussen de planten gehouden worden. Alle ranken worden afgesneden, terwijl het onkruid tevens verwijderd wordt. Indien het bed niet te oud is, wordt een laag mest tussen de planten gestrooid. In plaats van mest kan compost ook goede resultaten geven. Mochten wel jonge plantjes nodig zijn, dan mogen de ranken voorlopig niet weggenomen worden. Dan worden bloempotjes, met aarde gevuld, onder de jonge plantjes, die zich aan de ranken bevinden, ingegraven. Over een paar weken zit dan het plantje wortel vast en heeft men prachtige jonge planten. Aardbeien moeten niet te lang blijven staan. Indien u een bed heeft waarvan u al vier jaar geoogst heeft, wordt het tijd de zaak op te ruimen en er jonge planten voor in de plaats te zetten.

Week3
De huisvrouwen zijn nu druk bezig met het inmaken van erwten en peulen Meestal worden daar niet de vroegste soorten voor gebruikt, maar de volgsoorten, daar die over het algemeen een hogere opbrengst geven. Laat deze groenten voor de weck niet te dik worden, en ook na het plukken geen dagen liggen, want dan is bederf het resultaat.

Zilveruitjes oogsten. Deze moeten nu opgetrokken worden. Het loof is nog wel groen, doch dat moeten we juist hebben. Laat ze na het optrekken eer paar dagen liggen met het loof er aan, zodat ze een weinig kunnen opdrogen maar zó, dat de uitjes niet te veel indrogen. Daarna worden ze van het loof ontdaan, gepeld, een nacht in de pekel gezet, en daarna ingemaakt.

Peterselie gieren. Peterselie zal eens bemest moeten worden, wil men althans steeds verse peterselie hebben. Indien het loof te oud wordt, gaat de geul verloren. Het loof moet vóór het mesten worden afgesneden. Peterselie kar ook gedroogd worden, het wordt aan bosjes te drogen gehangen, en eenmaal, droog, in gesloten busjes voor wintergebruik bewaard.

Week4
Tomaten snoeien. Tomaten zullen nu gesnoeid moeten worden. Indien u planten met goede vruchten wilt oogsten, moeten ze op één stengel gekweekt worden. Alle zijscheuten, die uit de grond komen of in de oksels van de bladeren ontstaan, moeten weggenomen worden. De hoofdstengel zal aan de stok moeten worden vastgebonden, opdat de plant niet tegen de grond slaat. Het verdient aanbeveling, de planten een weinig vloeimest te geven. Tomaten hebben veel voedsel nodig.

Prei planten. Wilt u mooie, grote prei hebben, dan dient die nu uitgeplant te worden. Wel had het zaaien van prei al veel eerder moeten geschieden, doch amateurs bereiken nimmer veel resultaat met het zaaien van prei. Daarom kunnen nu beter planten bij een kweker gekocht worden. Prei wordt op rijen gezet, vijfentwintig centimeter uit elkaar, terwijl ze op de rij op een onderlinge afstand van tien centimeter komen. Het gaat bij de prei om een lang, wit gedeelte. Dit kunt u bereiken door ze in een geultje te planten. Een geultje van ongeveer vijftien centimeter diep is gewenst. Verder in de zomer kan dan gelijk met het schoffelen het geultje geleidelijk worden dicht gemaakt. Op die manier krijgt u mooie prei. Prei houdt van een voedzame grond maar in geen geval van verse stalmest. Zet ze dus liefst op een hoekje dat verleden jaar ruim bemest werd; dan kunt u het nu met een beetje kunstmest doen.

Aardappelen rooien. De vroege aardappelen kunnen gerooid worden. Er zijn mensen die veel eerder rooien, doch over het algemeen wordt dan schadelijk gerooid. Alleen eerstelingen kunnen ook in juni al wel uit de grond. U moet er echter niet meer rooien dan u direct nodig heeft, in elk geval niet meer dan voor veertien dagen tegelijk. Ze kunnen nog niet bewaard worden. Alleen indien de aardappelen ziek zijn, worden ze zo spoedig mogelijk uit de grond gehaald. Het aardappelloof moet niet op het land blijven liggen, doch kan beter verbrand worden. Op de leeg gekomen plaats kunnen weer andere groenten komen, zoals prei, andijvie en late koolsoorten, terwijl knolrapen ook nog geplant kunnen worden.

Komkommers en augurken. Trap niet op de ranken van de komkommers en augurken. Daar kunnen de planten niet tegen, dan worden ze ziek. Indien er veel op de ranken getrapt wordt, zijn alle vruchten bitter van smaak.

Geen opmerkingen: