21-12-2012

Op Toene

Maandelijks verschijnt in maandblad Buurtvereniging “Ons Belang” Haren (aangesloten de afdeling volkstuinen) een stukje afkomstig van Lydia Becker(samen met haar man tuinder) over het wel en wee van de tuinders, teneinde op deze wijze mensen enthousiast te maken voor de moestuin, met als titel "Op Toene".
Ik heb haar toestemming het stukje op mijn weblog te plaatsen.


OP TOENE in JANUARi


Er lag nog een sneeuwlaagje halverwege december, toen ik even een kijkje ging nemen op het tuincomplex. Het was waterkoud en de grond was een beetje sompig. U weet wel, eerst een beetje ontdooid, dus modderig. Toch vroor het weer een beetje want de grassprietjes op het pad waren wit berijpt. Over de landjes lagen ook dunne lagen sneeuw, hoewel de ondergrond duidelijk herkenbaar was. Alleen op de wat hoger gelegen gedeelten was die sneeuw nog wit. Waar het water nog niet had kunnen afvloeien, was het verworden tot een waterige grijze brij.
Ik speurde automatisch naar pootafdrukken en andere signalen die de aanwezigheid van dieren op de tuinen zouden verraden. Het was immers denkbaar dat een hongerige ree zich had herinnerd dat er eerder in het tuinseizoen lekkere hapjes te halen waren: boontjes, sla. En er stonden nu toch ook nog wel smakelijke etenswaren boven de grond. Spruitjes, boerenkool, prei. Je zou er toch trek van krijgen als ree zijnde.
Maar het enige dat ik kon herkennen waren de afdrukken van een reigerpoot. Drie lange tenen in de bevroren grijze sneeuwpap. Hij had duidelijk een poosje rondgewandeld over de tegels tussen de omgespitte plantbedden en was later naar een ander landje gevlogen, want daar zag ik ze weer, die drietenige printen. Zonder verbinding met die van het eerste landje. Of zouden ze van twee reigers zijn geweest? Het is moeilijk om de juiste conclusie te trekken. Gelukkig hoef ik hier geen wetenschap te bedrijven en bewijzen te leveren. Daar was het toch ook net een beetje te koud voor. 

Ze waren er zeker wel hoor, die dieren die ik niet zag. 

Tussen het struikgewas net buiten het tuincomplex zullen vast egels een plekje hebben gevonden om een dutje te doen onder de afstervende hoge grassoorten en de afgevallen bladeren. Maar egels gaan pas echt in winterslaap als het ongeveer 6 graden vriest.
Konijnenkeutels heb ik deze keer niet gevonden, maar ik weet dat er wel konijnen zijn op en rondom het tuincomplex. Waar zouden die hun holletjes hebben? Gek eigenlijk dat ik in onze omgeving wel eens een konijn heb gezien, maar nog nooit een konijnenhol heb ontdekt.
In de bodem hebben de mollen zich dieper ingegraven dan in de zomer. Mollen moeten per dag wel 100 gram insecten eten om in leven te blijven. Eigenlijk zijn ze de hele dag bezig met eten zoeken. Want ze hebben van nature geen vetlaagje en ook geen reserve voorraadjes. En die insecten zitten ’s winters ook dieper in de grond. Het kost een mol ’s winters dan ook meer moeite om zijn voedsel te vinden; hij moet dan veel meer aarde verplaatsen. Daarom zijn er in de winter meer molshopen te ontdekken.
Ook in de sloten proberen dieren de winter door te komen. Kikkers, salamanders, geelgerande waterkevers, zoetwatermossels en allerhande zeer klein watergrut verschuilen zich diep in de modderbodem en overleven zo de winterse koude.

Ik liep er niet helemaal alleen. De heer Bolt was net bezig een grote kruiwagen vol met boerenkool naar zijn auto te rijden toen ik langskwam.
Een prima idee: de vorst was er lekker overheen geweest. En dan smaakt boerenkool altijd het beste, zeggen de kenners. Ik merkte op dat Bolt nog niet alle bladen van de stronk had afgehaald. Die zaten allemaal nog vast aan de stam. Reuze handig. Zo kun je veel boerenkool vervoeren met weinig moeite. En het arbeidsintensieve werk – het verwijderen van de bladnerven en het snijden van de boerenkool-bladeren - lekker thuis doen in je behaaglijke keuken.

Er was trouwens best wat te beleven hoor, in je eentje op die tuinen, zo helemaal buiten het seizoen. Het was er rustig, maar niet helemaal stil. Er vlogen een paar vogels rond. Een troep andere vogels steeg met ruisende wiekslag op toen ik naderde. Af en toe klonk het krassende geluid van kraaien of kauwtjes vanuit de omliggende bomenpartijen; door de kou droeg het geluid verder en klonk dat veel indringender dan normaal.
Op een aantal tuinen waren al grote delen voorbereid voor het volgende seizoen. Toch zag het er niet kaal uit. Verspreid over het hele complex waren wintergroenten aanwezig. Er stonden nog kale bessenstruiken en bramen en frambozenslierten te wachten op het voorjaar. Samen met de gebundelde bonenstokken die boven de grond worden bewaard, de composthopen en hekjes, de windschuttinkjes en nog wat lege broeikasjes geeft dat reliëf aan het landschap, vooral als er een beetje sneeuw ligt.

Het is me wel duidelijk geworden tijdens mijn wandeling, dat het echt zin heeft om voor een goede afwatering te zorgen, zoals het bestuur al een paar keer heeft gevraagd. Eigenlijk is het het beste als je groentetuin vanaf het pad een beetje schuin afloopt naar de sloot toe. En dat er een paar smalle afvoerkanaaltjes zijn gegraven tussen de plantenbedden, om het overtollige water na een hoosbui sneller te kunnen afvoeren.
Wanneer je landje aan de slootkant hoger ligt dan bij het pad, is het slim om de verhoging tijdens het spitten een beetje af te graven en de aarde daarvan uit te werpen over de lager gelegen gedeelten die al eerder zijn omgespit. Zo wordt zonder veel extra werk het beoogde effect sneller bereikt.

Zullen we daar voor 2013 ons eerste goede tuinvoornemen van maken?

                                                                                                                                                                                     Lydia Becker,
uw Tuinkabouter

Geen opmerkingen: