Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972
11-12-2009
Werkzaamheden in december
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972
30-10-2009
3x Veldsla voor dummies en voor gevorderden.
1. Tijd om veldsla te zaaien, maar te droog in de tuin? Tips voor zaaien bij droog weer en droge grond.
2. Veldsla voor (half)gevorderden. Bij de tuinliefhebber is de teelt van veldsla een klassieker. Alle teeltinfo voor u verzameld.
3. Veldsla voor dummies. Veldsla en radijs samen telen in een bloembak, hierbij een teeltrecept voor de absolute moestuinleek.
29-10-2009
Kruisbessen, trosbessen/ aalbessen vermeerderen herfststekken - snoei en verzorging
Lekkere kruisbessen in juli.
Hielstek van ca 20 cm lengte.
Kruisbesstekken die op zwarte plastic worden geplant wortelen beter en sneller.
Kruisbessen/ stekelbessen zijn op te kweken als vrij groeiende struikvorm maar ook als spilboompje.
De groengele of rode, knappende bessen zijn saprijk en erg lekker als je ze vers kan afplukken.
Kruisbessen kunnen in het najaar gesnoeid worden en het snoeihout is te gebruiken als stekhout om er houtstekken uit te knippen.
Bij de snoei wordt ruim de helft van het aanwezige hout verwijderd. Het stekken van kruisbessen kan in augustus - september ofwel in november gebeuren.
20-10-2009
Werkzaamheden in november
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972
Week1
Veel is er in deze tijd van het jaar in de moestuin niet te doen, hoewel alles nog niet van het land gehaald is. De meeste mensen laten hun tuin maar aan zijn lot over zodra het weer slecht wordt, doch u moet alles in orde houden. Nat land moet nu van het water verlost worden, hetgeen u kunt bereiken door het graven van greppels, die dan naar de slootkanten moeten aflopen.
Aardappelen kuilen. De aardappelen zijn nu goed droog en het wordt tijd dat ze naar de winterbewaarplaatsen verhuizen. Ik heb u al gezegd: de zolder is geen beste bewaarplaats, de kelder wel, indien althans veel frisse lucht kan toetreden en hij vorstvrij is en niet te warm. Als de winteraardappelen te warm liggen, gaan ze gauw spruiten vormen, hetgeen verlies aan voedingswaarde ten gevolge heeft. Indien u een flinke tuin heeft, kunnen ze daar nu opgekuild worden. Al naar gelang de hoeveelheid, maakt u een gat van ongeveer dertig centimeter diepte. Dit gat wordt met een laag stro gevuld, zodat de aardappelen niet op de grond komen te liggen. Ook aan de zijwanden moet stro aangebracht worden, dat u rechtop in de kuil kunt zetten, voordat de aardappelen er in gaan. De aardappelen moeten er zo in, dat ze een piramide vormen; dan heeft het water gelegenheid weg te lopen. De bovenkant moet ook met stro worden afgedekt. Na het afdekken met stro komt er een grondlaag van vijftien centimeter dikte op. Begint het hard te vriezen, dan moet nog een dikke laag blad, riet of stro worden aangebracht, daar ze anders bevriezen. In grote kuilen, waarin veel aardappelen worden opgeslagen, wordt een koker geplaatst; deze dient om luchtverversing in de kuil te doen plaatsvinden. In kleine kuilen gaat het echter ook zonder zo'n luchtkoker. Mocht u toch zo'n koker willen hebben, dan kunt u daarvoor een draineerbuis gebruiken. Een grote bos stro die boven de grond uitsteekt, is meestal ook wel voldoende.
Witlof rooien. De wortels van witlof kunnen wel een beetje vorst verdragen, doch niet te veel, daarom moet u ze nu uit de grond halen. Het loof wordt op een paar centimeter boven de wortel afgesneden. Deze wortels kunnen niet evenals gewone wortels en bieten in een kuil bewaard worden, daar ze spoedig uitlopen, immers, het is om de kropjes te doen. Amateurs kunnen de wortels het best in een kuil planten. Maak een kuil niet dieper dan twintig centimeter en zet daar de wortels in. De rijen komen op een onderlinge afstand van tien centimeter, terwijl ze in de rij mannetje aan mannetje kunnen staan. Over de wortels wordt een laag aarde van twintig centimeter gebracht. Deze aarde moet fijnkorrelig zijn, mag dus geen kluiten bevatten. Indien de wortels bij het inkuilen te lang zijn, mag er een gedeelte van afgesneden worden, langer dan vijftien centimeter behoeven ze niet te zijn. Worden ze op deze manier behandeld, dan kan er al vroeg in het voorjaar van geoogst worden. Door over een gedeelte van de kuil een laag paardenmest aan te brengen, kan een belangrijk vroegere ontwikkeling verkregen worden. Ook met een laag blad is wel een vroegere ontwikkeling te bereiken. U moet deze laag echter niet over de gehele kuil aanbrengen, dan komen alle kropjes tegelijk, en dat is niet de bedoeling.
Week2
Prei opkuilen. Prei is eigenlijk volkomen winterhard, we behoeven die niet vorstvrij te bewaren. Indien u de prei echter op het land laat staan en er komt een vorstperiode, dan kunt u er niet van oogsten, omdat u ze niet uit de grond kunt krijgen. Daarom is het beter een gedeelte naar huis te halen en dat bij elkaar op te kuilen, waarna u er een weinig stro of riet tussen strooit. In plaats van stro of riet kan ook andere ruigte gebruikt worden, doch het gebruik van turfmolm is niet aan te raden. Mocht u ze kort bij huis hebben staan, dan behoeft u ze niet op te nemen; u kunt dan volstaan met een beetje stro er tussen te werken.
Artisjokken dekken. Artisjokken zijn niet volkomen winterhard, al kunnen ze wel vorst verdragen. Daarom behoeven ze ook niet zo vroeg gedekt te worden, en die bedekking mag ook in geen geval te zwaar zijn. Er zijn meer artisjokken die verrotten dan bevriezen, daar moet u dus wel rekening mee houden. De planten mogen niet onder de turfmolm gestopt worden, doch moeten zo worden gedekt, dat de bladeren boven de bedekking uitkomen. De beste resultaten worden bereikt door een oude mand over de plant heen te zetten, waaromheen een laag blad wordt aangebracht. Deze bedekking behoeft echter niet aangebracht te worden zolang het open weer blijft. Ligt de bedekking er eenmaal op, en het wordt open weer, dan moet u ze zo spoedig mogelijk verwijderen, anders verrotten de artisjokken toch nog.
Andijvie. De reeds eerder opgebonden andijvie kan wel een beetje vorst verdragen. Vooral indien het land niet te nat is, kunnen we dikwijls nog tot in december buiten andijvie oogsten. Intussen, zulke zachte winters hebben we niet elk jaar, daarom doet u verstandig, een deel van de planten naar binnen te halen. Uitgelegd in een schuur, kunnen ze nog geruime tijd bewaard blijven. Indien u een broeibak heeft, is het nog eenvoudiger. Dan worden nu alle andijvieplanten met een kluit opgestoken, waarna ze onder glas worden ingegraven. Indien regelmatig zo hoog mogelijk wordt gelucht, kunnen de planten nog lange tijd mee. Er kan dan gemakkelijk tot aan de kerstdagen van geoogst worden.
Week3
Knolselderie. Indien de knolselderie nog niet van het land gehaald is, moet dit nu toch zo spoedig mogelijk geschieden, anders kon ze het wel eens te kwaad krijgen. De knollen worden met een vork opgerooid, en daarna van de grootste bladeren ontdaan, alleen de hartbladeren mogen blijven zitten. Aan de wortels moogt u niets doen, laat die er rustig aan zitten. Indien u een broeibak heeft, kunt u het best de knollen daar ingraven. De hele winter kunnen dan de knollen gebruikt worden, indien u ze nodig heeft. Ook de groene blaadjes, die telkens weer verschijnen, kunnen gebruikt worden. Ze kunnen ook bewaard worden in een kist met wit zand. Zet de knollen er dan zó in, dat ze met de hartbladeren boven de grond uitkomen. De kist krijgt een plaatsje in uw kelder, als het kan zo veel mogelijk in het licht.
Boerenkool oogsten. De boerenkool is nu zo ver, dat ze gegeten kan worden. Om lekkere boerenkool te eten, moet u wachten totdat ze een keer bevroren is geweest. In deze tijd van het jaar kan dat.
Knolrapen naar binnen. Knolrapen kunnen wel een beetje vorst verdragen, al wil dat niet zeggen, dat ze buiten kunnen blijven sta n. Het wordt nu tijd ze binnen te brengen. Indien ze in bevroren toestand zijn, ga er dan niet mee aan het werk, want dan rotten ze later in de kuil. Wacht eerst open weer af. De koppen worden er afgesneden, terwijl ook de wortels een weinig verwijderd worden. Daarna kunnen ze in een hoop wit zand bewaard worden. Na het opbergen wordt de hoop met een laag blad of andere ruigte afgedekt. Knolrapen kunnen ook in de kelder bewaard worden, indien deze niet te warm is. Op zolder gaat het minder best, ze worden daar gauw slap.
Week4
Spitten. Spitten kan zowel in het najaar als in het voorjaar geschieden. Indien de grond niet te nat is, kan het nu heel goed gebeuren. Vooral kleigronden, die van nature stug en moeilijk te bewerken zijn, kunnen beter in het najaar gespit worden. U moet dan bij het spitten de grond niet netjes ge lijk maken, zoals dat in het voorjaar gedaan wordt, neen, laat de kluiten zo ruw mogelijk liggen. Ze vriezen dan lekker door, waardoor de grond in het voorjaar veel beter te bewerken is.
Bagger. Slootbagger is prima materiaal voor de tuin, vooral voor kool is het zeer aan te bevelen. Indien de slootbagger een jaar aan een hoop heeft gestaan, kan ze nu over het land heen gebracht worden. Verse bagger is niet zo aan te bevelen.
Kardoen. De reeds eerder ingepakte kardoen kan wel enige vorst verdragen, doch als het een beetje harder gaat vriezen, is het beter ze met het stro naar binnen te halen. Ze kunnen dan in een koele kelder gelegd worden.
Schorseneren rooien. Schorseneren zijn ook niet zo erg gevoelig, maar het wordt nu toch tijd dat ze uit de grond komen. Met de vork rooien, opdat de wortels zo weinig mogelijk beschadigen. Na het rooien kunnen ze in een hoop wit zand bewaard worden, welke tegen de strenge vorst met een laag blad wordt afgedekt.
18-10-2009
Verbeteren vruchtbaarheid bodem
(1) Stikstof bevordert de vegetatieve groei
(2) Fosfor is essentieel voor de totale ontwikkeling, in het bijzonder voor het wortelgestel
(3) Kalium voor bloem en vruchtvorming en de ontwikkeling van krachtiger planten
Dit is de bekende NPK kunstmest 12N-10P-18K
(4) Magnesium is nodig voor de vorming van bladgroen en assimilatie
(5) Calcium (kalk) verstevigt celwanden en verlaagt de zuurgraad van de grond.
(6) Zwavel
Spelen een rol bij de stofwisselingprocessen
(7-12) De 6 sporenelementen, elk met een bepaalde functie in het groeiproces.
Het constateren van tekorten in de bodem
Planten geven aan wat ze nodig hebben of wat eraan mankeert.
Dit geldt vooral voor de planten die ongevraagd hun intrek in de tuin nemen: de onkruiden.
Ze groeien op plekken, waar wat anders zou komen: de groenten!
Bij zure, schrale en dichte bodem komen de volgende onkruiden voor: kamille, melde, kweek, paardenbloem, distel, brandnetel. Een kwestie van kalk, compost en een goede afwatering!
Gebrek aan elementen
Gebrek aan stikstof (N): slechte ontwikkeling blad en neiging tot vergeling.
Gebrek aan kalium (K): aan de randen van het blad dorre, roestbruine plekken.
Gebrek aan fosfor (P): donkere verkleuringen over grote delen van het blad.
Gebrek aan magnesium (Mg): Magnesium is naast stikstof, fosfor en kali, de vierde basismeststof Bij gebrek aan Magnesium ziet men in de bladeren eerst gele en later ook dode bruine vlekken. Dit gebrek begint aan de onderste, oudste bladeren. Bestrijding kan het beste met een bladbespuiting van 1 gram per liter water om de 2 dagen tot het gebrek is opgeheven. Magnesiummeststof: kieseriet.
Gebrek aan kalk (Ca): Kalk bindt zuren in de grond.
Kali, ammoniumstikstof en magnesium worden door kalk verdreven uit hun vaste binding met klei en humusdelen. Hierdoor komen ze voor de plant beschikbaar. Kalk kan in water opgeloste fosfor aan zich binden waardoor deze fosfor niet meer uitspoelt. Bacteriën ontwikkelen zich beter bij een voldoende hoeveelheid kalk in de grond.
Meer of minder kalk in de grond heeft invloed op het voorkomen van plantenziekten. Op grond met weinig kalk komt bijvoorbeeld veel sneller magnesium tekort voor. Een goede kalktoestand en pH bevordert sterk het rendement van de aan de grond toegevoegde kunstmest en organische mest.
Bron http://www.boeranloo.nl/kalk.htm
Kalkmeststof: Dolokal.
Gebrek aan sporenelementen: een tekort betekent vaak bladschade of misgroei.
Ook ziekten kunnen in het geding zijn, zoals phytophthora, insecten onderzijde blad.
Zonder toevoeging van extra voedingsstoffen redt een natuurlijke mest en compost niet alleen! Echter, een zekere terughoudendheid is geboden.
14-10-2009
Snoeien aal- en kruisbessen
Kruisbessen moeten op soortgelijke wijze behandeld worden. Vooral niet te veel hout in laten zitten, anders zijn de vruchten niet te plukken. Zwarte bessen moeten anders gesnoeid worden. Indien daar te veel hout in zit, snijden we een paar van de oudste takken geheel tot op de grond toe weg.
13-10-2009
Boorschade aardappelen
11-10-2009
Werkzaamheden in oktober
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972
28-09-2009
Aantasting door preimot
De volwassen preimot heeft een vleugelwijdte van ongeveer
Bestrijding
http://home.scarlet.be/groenteninfo/prei.htm
26-09-2009
Herfstframbozen snoeien
Herfstframbozen - Rubus idaeus
Wanneer de pluk van de herfstframbozen is afgelopen , kan het afgedragen hout afgesneden worden. Alle takken worden dus tot op de grond toe afgesneden. Denkt u er om: dit geldt alleen voor de soorten die in de herfst vruchten geven, dus niet voor die, welke we midden in de zomer plukken. De wortels van deze herfstframbozen lopen meestal een eind van de struiken weg, zodat na verloop van een paar jaar overal jonge frambozen te voorschijn komen. Daarom kunnen de herfstframbozen nu opgenomen worden, waarna al de uitlopers worden weggehaald. Daarna wordt een nieuw bedje klaargemaakt en kunnen ze opnieuw worden opgeplant.
Frambozen kunnen geplant worden in de maanden november tot en met februari. Na het planten moet het hout direct ingekort worden op ongeveer een halve meter hoogte. Hierdoor hebben ze minder last van de wind en komen er sneller jonge scheuten uit de grond, vlakbij deze takken. Zodra deze jonge scheuten ongeveer 30 cm of hoger zijn kunnen de oude takken tot op de grond worden weggesnoeid.Herfstframbozen zijn snelle groeiers en dragen in de herfst op het jaars hout. Dus in de winter alles netjes met de grond gelijkmaken, de planten lopen in het voorjaar uit, dan uitdunnen zodat de stengels plaats hebben en wachten op de vruchten.
Enkele zwakkere twijgen van de herfstframbozen laten staan levert toch een voorjaarspluk.
De frambozen in dec.-jan. tot op de grond toe afknippen.
Frambozen mesten. Frambozen moeten steeds over voldoende voedsel kunnen beschikken. Zodra dat niet het geval is, gaan de struiken verzwakken en heeft men veel last van de zo gevreesde wormpjes. Er kan nu tussen de struiken de nodige stalmest/compost worden gespit. U moet vooral niet te diep spitten, daar de wortels van de frambozen kort aan de oppervlakte zitten.
08-09-2009
Werkzaamheden in september
Sept. ’09 In de moestuin
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972
Week1
Artisjokken oogsten. De oogst van artisjokken is nu in volle gang. U kunt nu goed zien, wat de goede soorten en wat de minder goede zijn. Artisjokken worden gezaaid en tussen de zaailingen bevinden zich minderwaardige typen. Die kunnen nu gemerkt en later door goede vervangen worden. Planten waarvan de bloemknoppen spits zijn, met smalle, dunne en scherpe schubben, zijn waardeloos en kunnen dus beter opgeruimd worden. Na de bloei kunnen goede planten, die bij een kweker te koop zijn, worden uitgezet. Indien u zelf wilt voortkweken van de goede planten, dient u ze in het voorjaar te scheuren. Er zijn allicht een paar jonge planten met wortel en al van de oude moederplanten af te nemen.
Selderij bleken. Bleekselderij, de naam zegt het reeds, moet om gegeten te kunnen worden, eerst gebleekt worden. Dat kan op verschillende manieren gebeuren. De hoofdzaak is dat de planten van het volle licht zijn afgesloten. Dat kunt u bereiken, door twee planken langs de planten te zetten, aan elke kant van de rij één. Opbinden gaat ook, en dan omwikkelen met een of andere stof, doch geen zakkengoed, want dat houdt het vocht te veel vast, waardoor de planten zouden gaan rotten. Het is natuurlijk gewenst niet alles in één keer op te binden of te bleken.
Rabarber verzetten. Indien nodig, kan nu rabarber ge‑ of verplant worden. Indien nu geplant wordt, kan het volgend voorjaar geoogst worden. Rabarberplanten hebben veel ruimte nodig, zeker een onderlinge afstand van één meter. Dat is een flinke ruimte voor kleine tuinen, maar misschien heeft u hier of daar wel een hoekje, waar een paar planten kunnen staan. Daar ze veel water verlangen, worden ze ook aan slootkanten gezet, waar ze het naar hun zin hebben. Een goed soort is de Paragon; bij de bereiding van deze rabarber heeft u niet zo veel suiker nodig. Denkt u om de nodige stalmest. Rabarber verlangt veel voedsel.
Week2
Aardappelen rooien. De late aardappelen moeten nu gerooid worden, het gewas zal thans wel afgestorven zijn. Laat de knollen eerst behoorlijk drogen, voordat ze naar de winterbewaarplaats gaan. Dek ze op het land niet af met het aardappelloof, want als daar ziektekiemen in zitten, tasten die ook uw aardappelen aan. Indien de knollen goed droog zijn, kunnen ze op de zolder of in de kelder voor de winter worden opgeslagen. De zolder is geen beste bewaarplaats als het hard vriest. Houd de aardappelen in ieder geval in het donker, in het licht worden ze groen en taai.
Veldsla zaaien. Veel is er niet meer te zaaien, doch veldsla kan nog wel uitgezaaid worden, Als u nu zaait, kunt u vóór de winter de grootste planten nog oogsten. De kleine blijven dan tot het voorjaar staan, daar ze volkomen winterhard zijn. Als de stand te dicht is, rotten de plantjes gauw weg, daarom moet u ruim zaaien, en voor de winter de grootste plantjes oogsten. U heeft ongeveer veertig á vijftig gram zaad nodig voor tien vierkante meter. Daar er nu toch grond genoeg leeg is, raad ik u deze teelt aan. De rozetten worden in haar geheel geoogst, alleen, indien erg vroeg gezaaid wordt ‑ in augustus ‑ kunnen eerst nog de bladeren geoogst worden. Deze worden dan gewoon als spinazie afgesneden.
Week3
Bloemkool dekken. De late bloemkool kan nu geoogst worden. Denkt u er om, dat de kooltjes steeds gedekt moeten worden. Indien er licht bij komt, groeit de kool uit elkaar, en krijgt een gele kleur. Ongedekte kool is niet te eten. Door het omknikken van de hartbladeren voorkomt u het geel worden.
Tomaten. De tomaten buiten rijpen niet erg meer, of we zouden het weer erg mee moeten hebben. Het kan nu nog warm zijn, en zolang dat het geval is kunt u de vruchten ook rustig laten hangen en alleen een paar bladeren afsnijden, waardoor ze een beetje meer van het zonnetje kunnen profiteren. Zodra het weer echter omslaat, is het beter de vruchten die de grootte hebben bereikt, groen af te plukken. Ze kunnen achter het raam narijpen. Indien ze achter het raam in het zonnetje liggen, komen ze nog wel op kleur. De smaak is niet zo lekker meer als van de vruchten die midden in de zomer geoogst worden, doch voor de bereiding van de jus bijv. zijn ze nog heel goed.
Week4
Droge bonen oogsten. Bruine bonen, kievitsbonen, citroenboontjes, en andere droge bonen, zullen nu zo ver zijn, dat ze opgetrokken kunnen worden. De bonen van de bruine soorten zijn nog niet bruin, doch er kan niet gewacht worden. Ze verkleuren wel, indien ze maar eerst droog zijn. Indien er te veel blad aan de planten zit, kan er een gedeelte afgehaald worden; dan drogen de boontjes beter. De pollen worden opgetrokken, bij elkaar aan bosjes gebonden, daarna aan een draad te drogen gehangen. Ze kunnen ook op een heg of op een hek te drogen gehangen worden. Zelfs kunt u ze op hun kop op het land zetten; dan drogen ze echter niet zo snel, vooral niet, wanneer er juist een regenperiode op volgt.
Andijviebinden. Indien de winterandijvie behoorlijk op tijd gezaaid en uitgeplant is, zullen de kroppen nu zo ver zijn, dat ze opgebonden kunnen worden. Tegenwoordig doet men dat niet zo veel meer, maar toch kan ik u het opbinden van een klein partijtje wel aanbevelen. Indien ze opgebonden zijn, worden ze prachtig geel. Dat opbinden mag alleen gebeuren, als de bladeren geheel droog zijn. Indien u het bij regenachtig weer doet, rotten de planten van binnen. Alle bladeren worden bij elkaar gedaan, dan wordt er een bandje omheen gelegd. U moet niet alle planten opbinden. Indien het te laat in de tijd wordt, rotten de planten nogal eens. Voor de inmaak is het opbinden zeer aan te bevelen.
31-08-2009
Mineralengebrek
Vermoedelijk kan de geelverkleuring worden veroorzaakt door overdadige toediening van bepaalde elementen; door te veel kaliumrijke meststof te geven, bijvoorbeeld, kan de chemie van de bodem veranderen, het magnesium raakt opgesloten', zodat de plant verschijnselen van magnesiumgebrek gaat vertonen. Mineralengebrek is vaak moeilijk te herkennen aan de symptomen alleen en kan makkelijk worden verward met ziekten, met name virussen.
Ijzergebrek is een van de meest voorkomende stoornissen bij planten en meestal herkenbaar aan vergeling van het blad. Het komt vooral voor op alkalische grond. (chlorose door kalkovermaat).
Bij sperziebonen kan dit een kaliumgebrek zijn.
Een plant heeft het element magnesium nodig om de groene stof chlorofyl te kunnen produceren. Een tekort is zichtbaar aan de geelverkleuring tussen de nerven.
Bron Atrium encyclopedie 'Natuurlijk tuinieren' ISBN 90-6113-957-0
07-08-2009
Werkzaamheden in augustus
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972
30-07-2009
Werkzaamheden in juli
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972
Week1
Hoewel we steeds verder in de zomer komen, kunnen toch verschillende reeds eerder gezaaide en geplante groenten voor de tweede keer gezaaid en uitgeplant worden. Stukjes land zijn weer vrij gekomen. waarop bijvoorbeeld nog postelein gezaaid kan worden. Stamslaboontjes kunnen ook nog gelegd worden, maar dan dient men niet te lang meer te wachten. Voor het zaaier snijbonen is het te laat geworden, terwijl droge bonen ook geen succes opleveren. Met de oogst van de bloemkool is men druk bezig. Denk er or hartbladeren steeds om te knikken, anders worden de kolen direct gei groeien ze uit elkaar.
Grote bonen of tuinbonen worden volop geoogst. Laat ze niet te oud worden want dan zijn ze niet lekker meer. Indien er bonen over zijn, kunnen die geweckt worden. Tuinbonen kunnen ook gedroogd worden. Ze worden zoals andere z.g. droge bonen: bruine bonen, citroenboontjes enz. te drogen gehangen. Later kunnen ze dan gedorst en in de winter gegeten worden. het koken worden deze bonen eerst vierentwintig uur in water gezet te weken.
Sla zaaien en planten. Met het zaaien en uitplanten van sla kan nog s worden doorgegaan. Hoewel het zaaien gemakkelijk is er kan steeds om de drie weken een klein hoekje van de tuin voor worden benut kunnen de planten ook wel bij een kweker gekocht worden. Het grootste gedeelte van de zomer zijn ze wel te koop. Sla geeft altijd de beste resultaten, als ze er humusrijke grond wordt gekweekt. Sla verlangt dus een behoorlijke bemesting. Indien er geen groei in de planten zit, worden ze al gauw door de luis aangetast en ze zijn dan voor de consumptie minder geschikt.
Bonen aanaarden. De bonen zullen nu wel zo ver in ontwikkeling zijl ze evenals de erwten en peulen, aangeaard kunnen worden. Er komt da beide zijden een aarden walletje om de planten heen. Vooral stokbonen hebben het aanaarden wel nodig. ze groeien dan beter naar de stokken toe.
Week2
Sjalotten oogsten. De in maart uitgepote sjalotten zijn nu zo ver, dat ze g oogst kunnen worden. Mocht het gewas nog te groen zijn, en de hals nog stevig aanvoelen, dan is het nog te vroeg voor het optrekken. Indien u toch uit de grond haalt, zijn ze niet lang te bewaren. Knakken van g stengels zal het afsterven bevorderen. Na het optrekken moeten de sjalotten gedroogd worden, voordat ze naar binnen gaan. Laat u ze maar op het land liggen, indien dat tenminste niet te vochtig is. Mocht het land vocht zijn, haal de sjalotten dan bij elkaar, leg ze in de zon op een rietmat, waar prachtig kunnen drogen. Indien ze in de volle zon te drogen liggen, worden goed hard en kunnen ze ook lang bewaard worden. Zijn ze goed droog, dan kunnen ze naar de zolder verhuizen. U moet niet te veel schoonmaken, alleen de losse velletjes verwijderen.
Late worteltjes zaaien. Late zomerworteltjes kunnen nu nog uitgezaaid worden. Er kan dan tegen de herfst van geoogst worden. Het best kan Amsterdamse bak gezaaid worden.
Bonen aanbinden. De ranken van de stokbonen moeten bij het klimmen weleens geholpen worden. Laat ze niet in de wind slingeren, doch help ze even met een bandje tegen de stokken aan. Denkt u er om, dat bonen link windend zijn. dus tegen de zon indraaien. Tracht ze niet de andere kant om te leiden want dan werken ze zich toch weer los.
Aardbeien schoonmaken. De pluk van de aardbeien is nu afgelopen. Indien geen jonge planten nodig zijn, kan er een grondige opruiming tussen de planten gehouden worden. Alle ranken worden afgesneden, terwijl het onkruid tevens verwijderd wordt. Indien het bed niet te oud is, wordt een laag mest tussen de planten gestrooid. In plaats van mest kan compost ook goede resultaten geven. Mochten wel jonge plantjes nodig zijn, dan mogen de ranken voorlopig niet weggenomen worden. Dan worden bloempotjes, met aarde gevuld, onder de jonge plantjes, die zich aan de ranken bevinden, ingegraven. Over een paar weken zit dan het plantje wortel vast en heeft men prachtige jonge planten. Aardbeien moeten niet te lang blijven staan. Indien u een bed heeft waarvan u al vier jaar geoogst heeft, wordt het tijd de zaak op te ruimen en er jonge planten voor in de plaats te zetten.
Week3
De huisvrouwen zijn nu druk bezig met het inmaken van erwten en peulen Meestal worden daar niet de vroegste soorten voor gebruikt, maar de volgsoorten, daar die over het algemeen een hogere opbrengst geven. Laat deze groenten voor de weck niet te dik worden, en ook na het plukken geen dagen liggen, want dan is bederf het resultaat.
Zilveruitjes oogsten. Deze moeten nu opgetrokken worden. Het loof is nog wel groen, doch dat moeten we juist hebben. Laat ze na het optrekken eer paar dagen liggen met het loof er aan, zodat ze een weinig kunnen opdrogen maar zó, dat de uitjes niet te veel indrogen. Daarna worden ze van het loof ontdaan, gepeld, een nacht in de pekel gezet, en daarna ingemaakt.
Peterselie gieren. Peterselie zal eens bemest moeten worden, wil men althans steeds verse peterselie hebben. Indien het loof te oud wordt, gaat de geul verloren. Het loof moet vóór het mesten worden afgesneden. Peterselie kar ook gedroogd worden, het wordt aan bosjes te drogen gehangen, en eenmaal, droog, in gesloten busjes voor wintergebruik bewaard.
Week4
Tomaten snoeien. Tomaten zullen nu gesnoeid moeten worden. Indien u planten met goede vruchten wilt oogsten, moeten ze op één stengel gekweekt worden. Alle zijscheuten, die uit de grond komen of in de oksels van de bladeren ontstaan, moeten weggenomen worden. De hoofdstengel zal aan de stok moeten worden vastgebonden, opdat de plant niet tegen de grond slaat. Het verdient aanbeveling, de planten een weinig vloeimest te geven. Tomaten hebben veel voedsel nodig.
Prei planten. Wilt u mooie, grote prei hebben, dan dient die nu uitgeplant te worden. Wel had het zaaien van prei al veel eerder moeten geschieden, doch amateurs bereiken nimmer veel resultaat met het zaaien van prei. Daarom kunnen nu beter planten bij een kweker gekocht worden. Prei wordt op rijen gezet, vijfentwintig centimeter uit elkaar, terwijl ze op de rij op een onderlinge afstand van tien centimeter komen. Het gaat bij de prei om een lang, wit gedeelte. Dit kunt u bereiken door ze in een geultje te planten. Een geultje van ongeveer vijftien centimeter diep is gewenst. Verder in de zomer kan dan gelijk met het schoffelen het geultje geleidelijk worden dicht gemaakt. Op die manier krijgt u mooie prei. Prei houdt van een voedzame grond maar in geen geval van verse stalmest. Zet ze dus liefst op een hoekje dat verleden jaar ruim bemest werd; dan kunt u het nu met een beetje kunstmest doen.
Aardappelen rooien. De vroege aardappelen kunnen gerooid worden. Er zijn mensen die veel eerder rooien, doch over het algemeen wordt dan schadelijk gerooid. Alleen eerstelingen kunnen ook in juni al wel uit de grond. U moet er echter niet meer rooien dan u direct nodig heeft, in elk geval niet meer dan voor veertien dagen tegelijk. Ze kunnen nog niet bewaard worden. Alleen indien de aardappelen ziek zijn, worden ze zo spoedig mogelijk uit de grond gehaald. Het aardappelloof moet niet op het land blijven liggen, doch kan beter verbrand worden. Op de leeg gekomen plaats kunnen weer andere groenten komen, zoals prei, andijvie en late koolsoorten, terwijl knolrapen ook nog geplant kunnen worden.
Komkommers en augurken. Trap niet op de ranken van de komkommers en augurken. Daar kunnen de planten niet tegen, dan worden ze ziek. Indien er veel op de ranken getrapt wordt, zijn alle vruchten bitter van smaak.
24-07-2009
Werkzaamheden in juni
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972
Week1
Verschillende soorten groenten, die al eerder gezaaid zijn, kunnen nu nog eens in opvolging gezaaid worden. Het spreekt vanzelf, dat u nu niet meer de vroege soorten moet gebruiken. Erwten en peulen zouden nog eens gezaaid kunnen worden. Als het niet te heet wordt, kan later misschien nog aardig geoogst worden; overigens moet u van dit zaaisel niet te hoge verwachtingen hebben. Indien u geen vrij land ter beschikking heeft, is het niet nodig, er stukken voor vrij te maken. In deze tijd van het jaar zijn er echter allicht een paar hoekjes leeg. Spinazie, radijs en raapstelen zijn geoogst; ook die plekjes kunnen weer voor een andere teelt benut worden. Zo kan ook nog postelein worden gezaaid, zoals u weet: alleen in de volle zon. Trouwens, er is met groenten in de schaduw toch niets te bereiken.
Koolsoorten zaaien. Veel koolsoorten kunnen nu niet meer gezaaid worden, maar met boerenkool en spruitkool gaat het nog wel. U behoeft er niet zo veel van uit te zaaien. Aan honderd planten heeft u in kleine tuintjes al veel. Zaai de planten niet te dicht op elkaar, benut er een plekje voor van een paar vierkante meter, de plantjes kunnen zich dan een beetje ontwikkelen. Indien ze
direct na het opkomen al te dicht op elkaar staan, groeien ze te ijl op, en het is gewenst straks stevige planten uit te zetten.
Koolsoorten planten. De reeds eerder uitgezaaide koolsoorten, zoals rode, witte en savooiekool, kunnen nu uitgeplant worden. Indien u niet te dicht op elkaar gezaaid heeft, kunnen het nu vrij stevige planten zijn. Hoe steviger planten, des te eerder groeien ze aan. Bij het optrekken uit het zaadbed moet u eens opletten, of er ook verdikkingen aan de wortels zitten. Wanneer u deze daar aantreft, zo groot als een erwt, heeft u met de knolvoet te doen. In dat geval mogen de planten niet gebruikt worden, dan komt er niets van terecht. Ook kunnen aan de wortels maden van de koolvlieg zitten. Indien dat vrij erg is, doet u beter die koolplanten niet te gebruiken. In ieder geval, was de wortels van de koolplanten, voordat u ze op de bestemde plaats uitzet, eerst behoorlijk af. Mocht het te erg zijn, dan kunnen beter planten gekocht worden, zo duur zijn ze niet en er zijn er meer dan voldoende te koop. Liefhebbers kunnen trouwens over het algemeen deze koolplanten beter kopen dan zelf zaaien. Het planten van kool is niet moeilijk, alleen, u dient voor een krachtige grond te zorgen. Op een schrale zandgrond komt er over het algemeen niet veel van terecht. Daarom moet u vooral niet vergeten behoorlijk te mes Kunt u in de omgeving oude slootbagger krijgen, dan moet u die over h<>
Komkommers uitplanten. Komkommers worden niet veel in kleine tuinen gekweekt, ze nemen nogal wat ruimte in beslag en over het algemeen is het succes ook niet groot. Dat komt, omdat de verkeerde soorten worden genomen. U kunt voor vollegrond‑cultuur alleen maar gebruik maken van de geelvruchtige soorten. De witte zijn minder geschikt, en de groene doen het buiten niet. U zoudt nu ook nog komkommers kunnen zaaien, maar over het algemeen heeft dat niet veel succes. Het is beter een paar planten bij een kweker te kopen, die zijn vroeg op warmte gezaaid, dat kunnen nu heel aardige planten zijn. Komkommers moeten een volzonnige standplaats hebben en een voedzame grond. Indien de grond koud en nat is, komt er weinig van terecht. U zoudt wat bonestokken op de grond kunnen leggen, om daar de ranken overheen te laten kruipen.
Bloemkool dekken. De reeds vroeg in het voorjaar uitgezette bloemkool zal nu zo ver in ontwikkeling zijn, dat de kooltjes gevormd worden. Zodra het vormen van de kooltjes een aanvang neemt, moeten de hartbladeren omgebogen worden. Doet u dat niet, dan wordt de kool geel. Er mag geen licht bij komen, indien u mooie, witte kooltjes wilt Bij het oogsten moeten ook de stronken uit de grond getrokken worden, dit met het oog op de zwam van de knolvoet.
Tuinbonen toppen. Zodra het weer zomers begint te worden, zitten de toppen van de tuinbonen onder de zwarte luis. Om dat te voorkomen, moeten e toppen nu uit de planten gehaald worden. Deze echter niet op de komposthoop brengen, of op het land laten slingeren, dan helpt het niet; verbranden de enige radicale oplossing.
Week3
Kardoen. De reeds eerder gezaaide kardoenplantjes zullen nu boven de grond staan. Daar drie zaadjes bij elkaar in één putje werden gelegd, is het niet nodig, ze alle drie door te laten gaan. Twee plantjes kunnen weggehaald worden, die we dan liefst boven de grond afsnijden, het overblijvende heeft er dan geen last van. U moet de plantjes die met stekels bezet zijn, verwijderen, dat zijn de slechtste. Om de groei van het overblijvende plantje zo veel mogelijk te bevorderen, moet u eens een paar maal vloeimest geven.
Witlof zaaien. Hoewel witlof reeds in mei gezaaid kan worden, komen er veel schieters in, waar men niets aan heeft. Witlof is een heerlijke groente, maar de teelt is niet gemakkelijk, daarom treft men ze niet zo veel in de tuinen aan. Witlof moet op rijen gezaaid worden, die ongeveer op een onderlinge afstand van dertig tot veertig centimeter komen. In de rij moeten de plantjes later op een onderlinge afstand van tien centimeter worden uitgedund. Hoewel over het algemeen gedacht wordt dat witlof niet te verplanten is, gaat dat toch wel, doch dan dient na het opkomen niet te lang gewacht te worden. Er wordt alleen verplant, indien er lege plekken in de rijen voorkomen. Elders, waar de plantjes te dicht op elkaar staan, worden er dan enkele weggehaald. Het verplanten moet u alleen bij een betrokken lucht of bij regenachtig weer doen, vooral, omdat ze niet zo gemakkelijk te verplanten zijn. Bij het verplanten moet u er vooral op letten, dat de wortel recht naar beneden in de grond komt te staan. Witlof groeit het best in een goed verkruimelde grond, spit u dus het land niet te ruw om. Het mag ook niet te zwaar bemest worden.
Erwten en peulen plukken. Erwten, peulen en kapucijners, die behoorlijk op tijd gezaaid zijn, kunnen nu volop geplukt worden. Hoewel sommige mensen de erwten toppen, dus de koppen uit het gewas halen, wanneer ze eenmaal een bepaalde hoogte bereikt hebben ‑ zo ongeveer één meter hoog ‑ kan ik deze werkwijze niet aanbevelen. U kunt misschien een paar dagen eerder oogsten, maar de opbrengst is niet zo groot als van de niet getopte planten. Bij het plukken van doperwten en kapucijners moet u voorzichtig te werk gaan, zodat de nog onvolgroeide vruchten niet tegelijk met de rijpe worden afgetrokken. Indien onvoorzichtig geplukt wordt, wordt niet voor eenmaal, doch eigenlijk voor verscheidene malen geplukt; dat moet u zien te vermijden. Peulen worden niet geplukt, maar met een mes afgesneden; dat is gemakkelijker dan plukken. Indien het warm weer is, moet dit minstens eenmaal per week gebeuren, anders worden ze te stug
Spruitkool planten. De reeds eerder uitgezaaide spruitkool kan nu uitgeplant worden. Indien u zelf niet hebt gezaaid, kunt u nu planten bij een kweker kopen, duur zijn ze niet. Evenals alle koolsoorten verlangt de spruitkool een voedzame grond. U dient dus wel voor een goede bemesting te zorgen. De planten mogen niet te dicht op elkaar staan, een onderlinge afstand van zestig centimeter is wel gewenst.
Bloemkool uitplanten. Voor het planten van bloemkool mag het misschien een beetje laat lijken, toch is met late soorten nog succes te bereiken. Bij de kwekers zijn de planten wel te koop. Op schrale zandgrond behoeft u het met het kweken van deze late soorten niet te proberen.
Winterandijvie zaaien. Na de langste dag moet de winterandijvie gezaaid worden. U kunt op een bedje zaaien, waarna later de planten op de voor hen bestemde plaats worden uitgezet. De meeste mensen kopen planten van winterandijvie, dat is eigenlijk eenvoudiger. Indien gezaaid wordt. kunt u het best op rijtjes zaaien. Later worden de plantjes toch elders gezet. Na het zaaien moet u de zaden met een dun laagje aarde bedekken, dan gieten en de aarde vochtig houden.
Week4
Erwten en peulen opruimen. Indien het plukken van de vroege erwten en peulen inmiddels gebeurd is, moeten deze maar zo spoedig mogelijk opgeruimd worden. Het stro kan prachtig voor konijnen of voor geiten dienst doen Ze eten het gaarne groen, maar het kan ook gedroogd worden voor wintervoer. Indien de erwten nu opgeruimd worden, kunnen er nog wat stokslaboontjes gezaaid worden. Voor het zaaien van snijbonen is het inmiddels te laat geworden.
Winter‑Rammenas. Rammenas komt in de meeste tuinen niet voor. Toch is dit jammer, want het is een product dat vooral in de tegenwoordige tijd van grote waarde is. Daar de gehele zomer moeilijk over verse radijs beschikt kan worden, al zijn er wortelvormige soorten, die niet zo spoedig voos worden kan de rammenas prachtig uitkomst brengen. Daarom dient zomer‑rammenas, gezaaid te worden, hetgeen nog wel kan, doch waarvoor het toch aan de late kant is geworden. Voor het zaaien van winter‑rammenas is het echter nog vroeg genoeg. Deze winter‑rammenas kan dan in de winter in plaats van radijs gegeten worden. Vooral voor gebruik op de boterham is de rammen nog te weinig bekend. Ze moet op rijen gezaaid worden, op een onderlinge afstand van dertig centimeter. Later moeten de plantjes worden uitgedund op de rij, op een afstand van vijftien á twintig centimeter.
Zomerworteltjes oogsten. De op tijd uitgezaaide worteltjes zullen nu m oogstbaar zijn. De meeste liefhebbers trekken er graag de dikste worteltjes uit, dan kunnen de andere weer groeien. Dat is echter verkeerd, wortelt kunnen daar niet tegen. In de gaatjes, die tussen de worteltjes ontstaan, gaat de wortelvlieg haar eitjes leggen, daardoor worden de worteltjes straks door wormstekigheid aangetast. Ze zijn dan “vurig",zegt de huisvrouw. Neen, wortelen moet u steeds voor de voet op oogsten. Kunt u de verleiding niet weerstaan, de dikste worteltjes tussen het bed uit te trekken, giet dan direct na het oogsten het bed behoorlijk aan, de ontstane gaatjes kunnen dan weer dichtzakken.
21-05-2009
Werkzaamheden in mei
Bron 'Van week tot week in eigen tuin' ; G.Kromdijk 1946/1972